Het trieste leven van Mien Weilers

 

VIII-g Weilers, Wilhelmina Catharina [Mien] is geboren op zaterdag 13 april 1878 in Amsterdam, dochter van Weilers, Franciscus Nicolaas en Donker, Wilhelmina Gerardina. Overleden op donderdag 7 juni 1951 in Amsterdam, 73 jaar oud.

Beroep: linnennaaister
Trouwde, 36 jaar oud, op donderdag 8 april 1915 in Amsterdam met Voskamp, Richard Victor Alphonse Amédée, 22 jaar oud. Hij is geboren op vrijdag 20 januari 1893 in Nieuwer Amstel, zoon van Voskamp, Johann Eberhard en Ebeling, Susanna Cornelia Wilhelmina. Overleden op vrijdag 27 februari 1970 in Amsterdam, 77 jaar oud.
Beroep: Schrijver, koopman, vertegenwoordiger

Mien was gehandicapt, één been was korter en ze had een bochel, net als haar grootvader van moeders kant. Artsen hadden haar moeder wijsgemaakt dat als zij haar goede been liet breken in het ziekenhuis, zij groter zou worden. Natuurlijk gaf haar moeder geen toestemming en geloofde dit ook niet.

Drie weken voor haar 21e verlaat ze het ouderlijk huis. Ze verdient dan de kost als linnennaaister. Op de dag van haar 21e verjaardag ging Mien naar het ziekenhuis en werd haar been alsnog gebroken. Zij is niet groter geworden en is geen dag in haar leven zonder pijn geweest daardoor. Na de ziekenhuisopname komt ze weer thuis wonen voor een half jaar. Woont vervolgens enige tijd op zichzelf en keert nogmaals terug. Pas op 4 november 1913 verlaat ze, 35 jaar oud, definitief het ouderlijk huis.

Rika en haar man kregen geen eigen kinderen. Ze woonden vanaf hun huwelijk in 1915 zeven jaar aan het Gerard Douplein 2, te Amsterdam. Hij werkte toen als schrijver bij de Spoorwegmaatschappij. Het huis leek wel de ‘zoete inval', want elk familielid dat tijdelijk onderdak zocht, na een zoektocht naar 't geluk, kon bij hen [tegen betaling] terecht.

Zo woonde moeder Wilhelmina en zus Lise jaren bij hen in, maar ook het gezin Beverdam vertoefde er in de periode van de geboorte en overlijden van hun zoontje Eduard. Broer Louis met vrouw en oudste dochter Mini vinden er voor twee maanden woonruimte na terugkomst uit Arnhem, in maart 1917. In hetzelfde jaar vonden ook Cato en haar man er een toevluchtsoord na hun avontuur in Saarbrücken, Duitsland.

Eind augustus 1919 nemen ze voor een jaar een pleegkind, Johannes Krouwes, 11 jaar oud in huis. Eind november gevolgd door nog een pleegdochter Johanna, een twee maanden oude baby, afkomstig uit een kindertehuis in Bussum.  

Adoptiekind van Weilers, Wilhelmina Catharina [Mien] en Voskamp, Richard Victor Alphonse Amédée:

1. Voskamp / Verbeek, Johanna, geboren op zaterdag 20 september 1919 in Amsterdam. Zij is overleden op dinsdag 14 augustus 1973 in Amsterdam, 53 jaar oud. Zij trouwde, 24 jaar oud, op donderdag 20 januari 1944 in Amsterdam met Hartel, Jacobus, 28 jaar oud. Hij is geboren op vrijdag 25 juni 1915 in Amsterdam.

Rond 1920 wonen ze vijf jaar lang in Maarssen. Binnen de familie stond Richard bekend als een man van 12 ambachten en 13 ongelukken en wekte de indruk nooit echt te werken. Desondanks treffen we verschillende beroepen aan op zijn gezinskaarten in de diverse gemeenten.

Op 22 april 1925 verhuizen ze naar de Schenkkade 104 in Den Haag, ze wonen daar acht jaar lang vlakbij haar zus Marie. Gedurende deze Haagse jaren was hij koopman in zuivelproducten. Daarna wonen ze zo'n 10 jaar in Maarn en Soest. Hier werkte hij als vertegenwoordiger in papier en levensmiddelen. In Maarn woont de jongste dochter van haar broer Lou, een paar jaar bij haar tante in huis.

Op 31 mei 1930 adopteren zij Johanna en verandert haar achternaam bij Koninklijk Besluit in Verbeek Voskamp. Haar pleegmoeder Mien zorgde uitstekend voor haar, echter haar pleegvader absoluut niet. Hij misbruikte haar en stuurde haar zelfs uit bedelen. Op 14 september 1937 laat zij desondanks opnieuw haar naam bij Koninklijk Besluit veranderen in Voskamp.

't Bleek dat Mien's echtgenoot een pedofiel was, die niet alleen zijn pleegdochter maar ook nichtjes en andere kinderen misbruikte...

In 1933 verkassen ze naar de van Goesbekestraat 4 in Voorburg en vanaf 6 maart 1935 wonen ze in, bij zijn ouders en oudere broer in de Schenkstraat 201, Den Haag. Johanna werkt hier al als winkeljuffrouw en haar pleegvader als vertegenwoordiger in gloeilampen import. Een baan die hij te danken had aan zijn oudere broer die bedrijfsleider was van een firma in Edelmetaal. Een jaar later vinden we hen terug in Voorburg en op 26 maart 1938 wonen ze in de van Beuningenlaan 21a, in Maarsbergen.

Op 8 augustus 1939 keert het gezin terug in Amsterdam en wonen er in de Haarlemmermeerstraat 156 / 1 hoog. Johanna werkt dan ook in de zaak van haar [pleeg]oom Lou, aan het Spui. 6 Juni 1940 verhuizen ze naar de Lutmastraat 47 / 2 hoog. Ook hier vangt Mien ‘verloren' familieleden op, zoals haar zus Dien en haar dochter, rond 1946. Voskamp liet hen betalen met gouden armband muntjes, die hij verbraste bij zijn gokpartijen. Toen deze op waren, gooide hij hen zomaar de straat op, Mien stond er huilend bij maar kon niet tegen hem op. Dien werd opgevangen bij het Leger des Heils.

Op het einde van haar leven had de huisarts haar gewaarschuwd niet te vlug trappen te lopen vanwege hartproblemen.

Volgens de familieverhalen zou haar man, Mien bij een bioscoopbezoek, met zijn wandelstok gedwongen hebben juist in volle vaart een lange trap op te lopen. Boven gekomen stierf zij aan een hartinfarct...

Hij hertrouwde binnen drie maanden....