Inenting tegen de pokken
Aanleiding tot dit artikeltje was de vondst van een pokkenbriefje uit 1901 van mijn grootvader Herman van Wereld en nog eerder van mijn overgrootmoeder uit 1860. Reden genoeg om eens na te gaan, wat die beruchte pokkenepidemieën aanrichtten en hoe 't ook alweer zat met die vaccinatie.
De mensheid heeft al zeker drieduizend jaar met de pokken te kampen. Geschat wordt dat één op de tien mensen die in die periode hebben geleefd, aan het virus zijn bezweken.Volgens een aantal wetenschappers is Farao Ramses V [1143 v.Chr.] een van de eerst bekende slachtoffers van de pokken. Vervolgens kwamen de pokken in het begin van onze jaartelling met Romeinse soldaten naar Europa. De pokken vormden tot de Middeleeuwen geen grote bedreiging. De ziekte zou pas verder verspreid worden door de terugkerende kruisvaarders. De aantallen slachtoffers van de pokken vielen in het niet bij die van de Zwarte Dood [pest]. De pokken veroorzaakten geen ontwrichting van de Europese samenleving. Desondanks was de Pokken een uiterst besmettelijke en levensbedreigende virusziekte die de mensheid eeuwenlang heeft geteisterd. De ziekte was een belangrijke doodsoorzaak, en rond de 30% van de besmette personen overleed eraan. Symptomen De eerste verschijnselen van pokken waren hoge koorts, misselijkheid, hoofdpijn en rugpijn. Na twee tot vier dagen verschenen rode vlekjes op het lichaam, die blaasjes werden. Deze ontwikkelden zich tot zwerende zwarte puisten. Overigens is de kinderziekte waterpokken geen vorm van deze gevaarlijke ziekte. Het virus dat waterpokken en gordelroos veroorzaakt behoort tot de herpesvirussen. De ziekte Pokken kende twee soorten: de minder gevaarlijke variola minor en de meestal dodelijke variola major. Er zijn ook diverse dierlijke verwante virussen, zoals het koepokvirus, dat vaccinia [genoemd naar het Latijnse woord voor koe, vacca] veroorzaakt. Kindersterfte in de 18e eeuw In de achttiende eeuw waren de pokken verantwoordelijk voor 40% van de kindersterfte. Eén op de 10 kinderen stierf hieraan voor het 10e levensjaar. In de overbevolkte arbeidersbuurten kon het virus, dat zich verspreidde via de luchtwegen snel om zich heen slaan. De meerderheid van de volwassenen was immuun, doordat ze de pokken al eens in milde vorm doorstaan had. Het virus kon ook dodelijke schade toebrengen aan de organen. Pokkenpatiënten die de ziekte in zware vorm overleefden, liepen grote kans blind te blijven of een pokdalige huid te houden. Door de ideeën van de Verlichting in de loop van de 18e eeuw, geloofden mensen steeds meer dat zij zelf het heft in handen konden nemen en niet meer moesten wachten op een goddelijk ingrijpen. Er ontstond optimisme over de mogelijkheid om ziekten te lijf te gaan. Variolatie Bekend werd dat in Afrika en Azië, mensen soms opzettelijk werden besmet met de etter van een pokkenlijder en dat deze daarna immuun waren voor de ziekte. Deze variolatie (genoemd naar het variola of pokken virus) nam in Europa en Noord Amerika een grote vlucht. Een vervelende bijkomstigheid van deze methode was dat een groot deel van de mensen na variolatie toch stierf en dat zij andere mensen konden besmetten. Edward Jenner In 1796 kwam de Engelse plattelandsarts Edward Jenner erachter dat melkmeiden die besmet waren geweest met de ongevaarlijke koepokken, nooit ernstige echte pokken kregen. Hij toonde de immuniserende werking van koepokstof aan door een proef op een jongetje, waarna hij bewees dat de stof van mens op mens over geënt kon worden. [foto: Hand van het melkmeisje Sarah Nelmes, besmet met koepokken, van wie Jenner vocht nam om een jongetje te besmetten. De eerste vaccinatie uit de geschiedenis] Aanvankelijk was er veel verzet tegen vaccinatie, omdat dierlijk materiaal in de mensen werd ingespoten. Zo beweerde en Engelse dame dat haar dochter nadat zij was ingeënt, haar op haar lichaam kreeg en dat zij ging loeien. De chirurgijns die de variolatie verzorgden waren uiteraard ook tegen vaccinatie omdat zij hun broodwinning verloren zagen gaan. Toch vond de vaccinatie snel zijn weg naar het vasteland. Vaccinatie De vaccinatie verdrong de variolatie en in de negentiende eeuw werd op grote schaal ingeënt. Het aantal pokkenslachtoffers daalde hierdoor sterk. Maar de ziekte was nog niet verdwenen. In de negentiende eeuw stierven jaarlijks enkele honderden mensen aan de pokken, voornamelijk in de grote steden. Maar de virusziekte zou nog een keer hard toeslaan. In juli 1870 brak een oorlog uit tussen Frankrijk en Pruisen. Toen de oorlog begon was vaccinatie van burgers in Frankrijk geheel vrijwillig, evenals van de burger in Noord Duitsland. Pokken kwamen in Frankrijk nog veel voor. Mobilisatie, troepenbewegingen naar de fronten en de vlucht van duizenden Parijzenaren naar het platteland veroorzaakte een grote epidemie. Deze verspreidde zich over westen en midden Europa en bereikte ook andere werelddelen. In totaal eiste de epidemie in Europa ruim een half miljoen slachtoffers. In Nederland eiste de pokkenepidemie in 1870 nog 706 slachtoffers. Het jaar daarop was het aantal gestegen tot bijna 16.000 doden! In 1872 daalde het aantal tot 3731 en bereikte in 1874 het gebruikelijke peil van enkele honderden. Na deze epidemie werd de vaccinatie in Europa voortvarend aangepakt. Het aantal sterfgevallen door pokken daalde dramatisch in de twintigste eeuw. Buiten de westerse wereld bleef de pokken nog lang heersen. Vaccinatie in Amsterdam In Amsterdam vond de eerste inenting met dierlijke pokstof plaats in 1800. De rijke Amsterdammers lieten zich vervolgens zo snel mogelijk inenten.Typerend voor dit Verlichtingstijdperk is dat vooruitstrevende burgers zich inzetten om de arme bevolking ook tegen de pokken te beschermen. Niet met dwang, want het ideaal van menselijke vrijheid stond voorop. Toch was er wel indirecte dwang, want kinderen mochten alleen naar school als ze gevaccineerd waren. Mede daarom werd in 1803 werd het Amsterdamsch Genootschap ter Bevordering der Koepok-inenting voor Mindervermogenden opgericht. Het Genootschap werd gefinancierd uit particuliere giften. In 50 jaar tijd werden er alleen in Amsterdam al zo'n 80.000 kinderen ingeënt. De Amsterdamse Stads Armenscholen - gefinancierd met een gemeentelijke bijdrage plus de opbrengst van een jaarlijkse school-collecte en met giften en legaten - kende sinds 1806 het geneeskundig schooltoezicht, die ook de vaccinatie verzorgde, kleding en schoeisel verstrekte en toezag op de hygiëne: in de dagelijkse praktijk vooral hoofdluis bestrijding. Dankzij de Boeldelpapieren van het Diaconieweeshuis weten we dat de 8-jarige Kaatje Pruijs in 1860 tegen de pokken gevaccineerd was door de Gemeentelijke Verloskundige van Nieuwer-Amstel en dus ook over zo'n Pokkenbriefje beschikte. Zes jaar later waren haar zusjes en 5-jarig broertje tegelijk ‘ingeënt met de koepokken door Med. Doctor Chirurgijn en Vroedmeester van Dokkum', te Amsterdam. Wrang detail is dat hun moeder in 1869 in het Buitengasthuis aan de pokken zou sterven.
Wanneer de vaccinatie aansloeg, verschenen er op de huid enkele koepokken, die een verloop te zien geven zoals op deze gravure. Het genootschap werd in 1956 opgeheven. Men ging er vanuit dat de pokken niet meer voorkwamen in Nederland. Terug naar het pokkenbriefje van mijn opa. De arts die dit briefje nauwgezet invulde vermeld dat "hij zich persoonlijk overtuigd heeft, dat zich daarna 9 koepokken hebben ontwikkeld, die een zodanig verloop hebben gehad, dat zij voorbehoeding tegen kinderpokken zooveel mogelijk waarborgen. Dagteekening 7 maart 1901". De laatste landelijke pokkenepidemie in Nederland vond plaats rond 1900. Daarna deden zich alleen nog locale en sporadische gevallen voor, de laatste keer in 1954. Overigens is er nooit een geneesmiddel voor pokken ontdekt. Behandeling bestond veelal uit pijnstillers, de huid schoonhouden en de jeuk tegengaan. Preventief vaccineren Tot 1976 werd iedereen in Nederland preventief ingeënt met een vaccin dat bescherming bood tegen de pokken. Persoonlijk had ik de eer zelfs driemaal te worden ingeënt. Geen enkel keer ontwikkelde zich een koepok en dat terwijl mijn moeder me vanwege schoonheidsoverwegingen in mijn bil liet prikken. De opgekomen pok liet namelijk lelijke littekens achter. In 1972 deed zich in het voormalige Joegoslavië de laatste epidemie van wilde pokken in Europa voor. Het laatst bekende geval van pokken in de wereld was in Engeland, september 1978, toen Janet Parker, een fotografe bij de medische faculteit van de universiteit van Birmingham de ziekte opliep en eraan overleed. Er was op dat moment in dat gebouw een pokkenonderzoeksproject gaande. Sinds de tweede helft van de jaren ‘70 is de ziekte niet meer voorgekomen bij mensen na een uitgebreide wereldwijde vaccinatiecampagne door de Wereld Gezondheidsorganisatie [WHO] is de pokken dus de eerste en tot op heden enige ziekte die door de moderne wetenschap is uitgeroeid. Op 8 mei 1980 sprak de WHO het verlossende woord: de wereld werd officieel pokkenvrij verklaard. De laatste virussen, zo werd overeengekomen, zouden op twee plaatsen worden bewaard [451 reageerbuisjes bij het Amerikaanse 'Centrum voor Ziektebeheersing en -Preventie' (CDC) in Atlanta, en 150 stuks bij het 'Staatscentrum voor Virologisch en Biotechnologisch Onderzoek' Vector in Koltsovo, Rusland. De laatste kleine verzameling pokken in Nederland werden tot 2 december 1981 bewaard door het het RIVM en op die dag onder politiebegeleiding overgebracht naar het CDC in Amerika, waar ze nu nog zijn. [foto J. Spaander] Drie keer, in 1993, 1995 en 1999, werd de voorgenomen executie van alle resterende buisjes pokkenvirussen in Amerika en Rusland uitgesteld. Totale uitroeiing werd bij nader inzien steeds te voorbarig geacht, vanwege onbevestigde berichten over 'schurkenstaten' die over de virussen zouden beschikken. Officiële instanties gaan er inmiddels van uit dat die berichten kloppen. Pokken als biowapen Reeds in 1767 werden de pokken als biologisch wapen ingezet door de Britten tegen de Indianen, door de Indianen te voorzien van met pokken besmette dekens. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deden Japan, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk onderzoek naar de mogelijkheden de pokken als biologisch wapen in te zetten. Tijdens de Koude Oorlog onderzochten de Verenigde Staten en de Sovjet Unie de mogelijkheden hiervan. Zeker na het stoppen van de vaccinaties kon de ziekte immers in theorie grote schade aanrichten bij een niet gevaccineerde bevolking. Recent is pokken weer in de belangstelling gekomen als mogelijk middel voor een aanval met biologische wapens door terroristen. Rond 2002 meldde een spreekbuis van het RIVM dat het pokkenvirus waarschijnlijk al in handen is van bio-terroristen. Harde bewijzen ontbreken, maar door onregelmatigheden zouden vanuit de officiële voorraad in Rusland virussen zijn weggeven aan andere landen. Het lijstje noemt onder meer Irak, Korea, India, Pakistan en China. In 1999 kwamen daar meldingen bij dat de groep van Bin Laden over het virus beschikt. De officiële instanties gaan er nu van uit dat terroristen het pokkenvirus hebben, en dat ze daarmee aan de gang kunnen. Ingewikkeld zal dat niet zijn. Niemand twijfelt er aan dat de terroristen steun hebben van ter zake kundige virologen, voor wie het gemakkelijk is om uit enkele virussen een behoorlijk arsenaal te kweken. De pokken lenen zich daar ook goed voor. Het virus is erg stabiel, zodat het onaangetast blijft als ze een tijd in de vriezer opgeslagen hebben gelegen. Gebonden aan aërosolen, altijd en overal in de lucht zwevende deeltjes, dringen ze de longen binnen en starten hun ziekmakende werk. Nederlanders geboren na 1975 en dat zijn er ruim 5 miljoen, hebben het meeste te vrezen van een aanval met pokken, omdat zij geen enkele resistentie hebben. Zij zullen de ziekte in al zijn volheid met bijbehorende verschijnselen door moeten maken. Zonder tegenmaatregelen zou dertig procent overlijden. Als we de overheid mogen geloven heeft Nederland voldoende vaccins in voorraad om de hele bevolking in te enten, na een terroristische aanval. Bronnen voor dit artikel zijn het Stadsarchief Amsterdam, webpublicaties op Wikipedia, Vergeten Verleden en VPRO dossier Noorderlicht. Artikel is bijgewerkt in juni 2015 |