Publicaties

Voorouder-Blog

Kwartierstaat

Kleinkinderen

Kleindochters

Biografie

Contact

Vakantiehuisje bij ZEE te HUUR

Generatie 15 ( stamoudgrootouders )

Geertje wordt opgevolgd door haar zoons in 1637 Pouwel Martens en Jacob Jacobs Schut als pachters en papiermakers [Pouwel is de jongere halfboer van Jacob].

20871. Heijltje Peters van Wakeren, geb. Veenendaal.

Zij gingen op woensdag 11 september 1602 in Leeuwarden in ondertrouw. Mathys begon zijn loopbaan als iserkramer, evenals zijn vader. Hij raakte hierdoor welgesteld en werd gekozen tot schepen en benoemd tot rentmeester. Het gezin woonde in het huis ´De Yserman´ aan de Voorstreek 9 te Leeuwarden. Begraven Oud-schepen en rentmeester van de stad Leeuwarden op het Oldehoofsterkerkhof zuidzijde.
 

Hun zoon Martinus Becanus Schellekens (1563-1624), ging in 1581 studeren aan de universiteit van Keulen en trad twee jaar later in bij de Jezuïeten. Te Keulen doceerde hij in 1590-1593 filosofie aan het Driekoningencollege. Hij doceerde sinds 1593 theologie aan de universiteit van Würzburg, promoveerde in 1597 daar tot doctor in die wetenschap, werd in 1601 hoogleraar te Mainz en in 1614 hoogleraar te Wenen. Na een kortstondige terugkeer naar Mainz (1619-1620) werd hij de biechtvader van de nieuwe keizer, Ferdinand.
Becanus publiceerde veel, met name systematiseerde hij de problematiek die de hervorming voor de katholieke kerk met zich meebracht. De keizer nam hij niet alleen de biecht af, maar hij adviseerde hem ook in kerkelijke en wereldse zaken. Op 24 april 1624 is hij te Wenen overleden aan een zware koliekaanval. Hij stond bekend als de calvinistenhater!

Op 27 oktober 1598 treedt Adriaan met zijn kinderen toe tot het Wollen Ambacht van de Vrijheid Oisterwijk. Tevoren had hij een hoeve gekocht onder Udenhout in de Biesmortel, doch die koop was in gemeenzaam overleg met de verkoper ongedaan gemaakt op 9 maart 1598.

Met Wouter Cornelis Peter Gerits, die getrouwd is met Catharina dochter van Peter Willem Goossens, verkrijgt Adriaan in de verdeling van de goederen van zijn schoonouders op 13 mei 1625 een huis met aanhorigheden en een schop op de straat te Udenhout in de Sesshoeven.
Op 24 mei 1625 draagt Wouter hem zijn rechten in de helft van deze hoeve over, waarna ze tot een nadere verdeling van hun gezamenlijk verkregen erfgoed komen.

Op 12 januari 1629 doet Willemke als weduwe afstand van tocht van goederen te Oisterwijk, Tilburg, Helvoirt en Baardwijk.
Hierna beloven Jan, Cornelis, Wouter, Laureis en Adriaan, de zonen van Adriaan en Willemke, en Jan zoon van Jan Jan Emmen, man van Mayken, de dochter, en genoemde Jan Adriaan Jan Martens met Aart Mathijs Aarts als momboren van de onmondige kinderen van wijlen Peter, zoon van Adriaan en Willemke, bij Joostken dochter van genoemde Aart Mathijs Aarts, alsmede Gerit Aarts van de Wiel, die met een procuratie voor Oisterwijkse schepenen optreedt voor heer en meester Marten, presbiter, ook een zoon van Adriaan en Willemke een lijfrente van 200 karolusgulden, ofwel 25 gulden per kind aan hun moeder Willemke, alsook mutsen, appels... enz., waarna de kinderen overgaan tot verdeling van de goederen: Cornelis verkrijgt een stede te Berkel aan den Hoevel; Jan een stede te Berkel aan den Heycant; Wouter een stede te Udenhout in de Kuyl; Adriaan een stede te Udenhout in de Gruenstraet; Jan Jan Emmen een huis te Udenhout omtrent de Cruysstraet; de onmondige kinderen van Peter een stede te Udenhout opt Winckel.
Willemke is mogelijk in het voorjaar van 1630 overleden. Verschillende kinderen gaan dan nadere regelingen aan.

Kinderen uit dit huwelijk:
I. Gilles Pieters: . Hij is overleden vóór 1562.
II. Willem Pietersz [de Oude] alias van der Salm, geboren omstreeks 1495 (zie 14600).

Pieter Janszoon woonde in Dijkshoom bij het klooster Sion, ambacht Woud-Harnasch Groene veld binnen het Hof van Delft. Uit het Repertorium op de Lenen van de hofstad te Hontshol / Honselersdijk;
Robbrecht, graaf van de Marck en van Arensberg bezat als erfgenaam van de Heren van Naaldwijk een aantal hofsteden in het huidige Delfland. In 1523 liet Robbrecht deze hofsteden [lenen], die pachters van hem in leen hadden, opnieuw in kaart brengen. De daarvoor aangewezen klerken hebben deze lenen opgeschreven in een groot perkamenten register, welke 437 folio's telde. Dit register, in twee delen gebonden, bevindt zich thans in het Archief van de Nassause Domeinen [inventaris Hingman nrs. 6524 en 6525].
De gegevens voor deze registratie hebben de klerken gehaald uit de destijds aanwezige leenkamers van Hontshol (Honselersdijk), van Polanen (Monster), van der Made (Loosduinen) en van Wateringe (Wateringen).
Uit bovenvermelde registratie blijkt dat Pieter Janszoon vanaf 27 mei 1477 leennummer 28 heeft overgenomen. Op 4 november 1505 wordt gemeld dat zijn zoon Jan Pieterszoon, wonende te Den Hoom, het leen overgenomen heeft, omdat zijn vader is overleden 'leen nr. 28 te Wateringen, 7 hont land, waarop Neel Cornelisdochter woont" [Bron: Onze Voorouders, jaar 1972, bladzij 175].

Op 11 okt 1631 Herman Jansen Hengevelt investiture en oprukking krijgt, als erfgenaam van zijn grootvader Gerrit Hermens Hengevelt, onder momberschap van Thonis Hendricxsen. In aanwezigheid van zijn moeder Lubbe Hendricx [Bron: Herengoederen op de Veluwe, deel 3 p. 449 - 450].

terug naar Generatie 14                                               Generatie 16