Het levensverhaal van Cato 'de WAARZEGSTER'

 

VIII-i Weilers, Catharina Gerardina [Cato] is geboren op dinsdag 23 januari 1883 in Amsterdam, dochter van Weilers, Franciscus Nicolaas en Donker, Wilhelmina Gerardina. Overleden op woensdag 23 december 1959 in Den Haag, 76 jaar oud.
Beroep: linnennaaister, kokkin, waarzegster
Trouwde, 27 jaar oud, op zaterdag 1 oktober 1910 in Saarbrücken, Duitsland met Hakkenberg van Gaasbeek, Ludivicus Johannes, 33 jaar oud. Hij is geboren op zaterdag 7 april 1877 in Amsterdam, zoon van Hakkenberg van Gaasbeek, Lodewikus Josephus en van Nes, Elisabeth. Hij is overleden op woensdag 30 mei 1956 in Amsterdam, 79 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1927 in Amsterdam (scheiding).

Beroep: vertegenwoordiger in bakkerijbenodigdheden.

Cato wordt geboren ‘des namiddags ten zeven ure in het huis staande aan de Daniel Stalpertstraat 65. Aangifte op 29 januari door haar vader en getuigen Michael Cassee, smid en Hendrikus de Vries, smid. De Daniel Stalpertstraat 65 is gelegen tussen Frans Halsstraat en Ferdinand Bolstraat.

Als ze twee dagen oud is komt haar 6 jarige broertje Cornelis om het leven. Vervolgens overlijden er nog twee broertjes als zij twee jaar oud is. Cato ziet dan al vreemde dingen...

Cato´s huwelijk met Hakkenberg van Gaasbeek, was een enorme teleurstelling. Hij vernederde haar jarenlang door overal waar zij woonden [begin 1917 in Saarbrücken en bij terugkomst bij haar zus Mien, daarna nog in Groningen en Amsterdam], zijn "vriendinnen" mee naar huis te nemen, wat zij op het laatst niet meer nam en hem na 15 jaar huwelijkse ontrouw, het huis heeft uitgezet. De scheiding werd overigens pas in 1927 uitgesproken.

Vanaf 1934 woonde Cato in Den Haag op het adres Ammunitiehaven 7. Hier beoefende zij tot haar dood het illustere vak van waarzegster, aan huis.

Cato was erg op zichzelf, als een soort kluizenaarster. Zij verdiende de kost door kaart leggerij, ze had verschillende belangrijke zakenlieden als klant, die volkomen op haar vertrouwden. Ondanks deze inkomsten, ze was bepaald niet zakelijk, werd ze na haar scheiding jarenlang door haar jongste broer Lou financieel bijgestaan.

Een familiegrapje over Cato ging als volgt: had iemand in het gezin een ‘geurige' wind gelaten op weg naar het toilet dan moest de hele familie bovenaan de trap zingen, want dan had Cato weer eens een overleden familielid opgeroepen en boos gemaakt...

Deze helderziendheid had zij zeer waarschijnlijk van haar grootmoeder Maria geërfd, waarvan ook bekend is dat zij helderziend was en door handoplegging kon genezen. Haar moeder woonde van tijd tot tijd bij haar in. Cato kreeg geen kinderen.

Onderstaand familieverhaaltje over, haar met sprookjes-achtige verhalen omgeven, grootmoeder Maria Donker - Brinkhorst zal niet volledig waarheidsgetrouw zijn maar amusant is het wel.

"Grootmoeder was sterk helderziend en kon door handoplegging genezen. De volksmensen in die tijd hadden geen mogelijkheid een dokter te raadplegen, zij heeft heel veel mensen van vreselijke ontstekingen afgeholpen. Haar dochter is er vaak bij geweest hoe de etter naar het plafond spatte. Het interesseerde haar absoluut niet of haar dure, deftige huis bevuild werd, als zij maar genezen kon. Ze was in Amsterdam zo bekend onder het volk dat er mannen langs haar venster kwamen en op hun been sloegen roepend: "Het zit er nog aan". Dokters wilden met haar samen werken (konden dan waarschijnlijk meer verdienen), maar neen hoor, dat deed zij niet".